Voedsel en de veiligheid van voedsel zijn een belangrijk thema binnen
de wereld. Ook het tegengaan van voedselverspilling dient veilig te
gebeuren. Zeker wanneer r met restproducten gewerkt wordt. In Nederland
wordt de voedselveiligheid geregeld via de warenwet, de bevoegde
instantie is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit of afgekort de
NVWA. Kort samengevat vermeld warenwet dat de gezondheid en veiligheid
van de consument niet in gevaar mag komen.
De wet
spreekt niet zich enkel uit over voedsel maar ook over andere waren
zoals Tabak. Ook is er vanuit Brussel een Europese verordening opgelegd,
in het kort de algemene levensmiddelenverordening (nr. 178/2002). Deze
verordening bevat richtlijnen omtrent de voedselveiligheid in heel
Europa en deze richtlijn is ook in Nederland geïmplementeerd binnen de
warenwet.
Warenwet
Binnen
de warenwet zijn diverse Europese richtlijnen en verordeningen
geïmplementeerd. De wet zelf is al vanaf 1935 van kracht en alle waren
en levensmiddelen vallen onder deze wet. Reguliere huishoudens zijn niet
onderhevig aan de warenwet maar indien men een afhaalservice vanuit
huis opzet is een dergelijk huishouden wel onderhevig aan deze wet. De
wet is geldig binnen de gehele exclusieve economische zone. Indien
waren, inclusief levensmiddelen verhandeld worden is het verboden om
voor te doen komen dat deze ziekte kunnen genezen of als medicijn dienst
kunnen doen. Een aandachtspunt hierbij zijn nieuwere rages zoals
superfood. Superfood is voedsel dat supergezond zou zijn en waarvan
bepaalde pseudowetenschappers beweren dat het een extra gunstig effect
heeft op de gezondheid van de mens. Voor de verspilling van voedsel is
deze ontwikkeling echter minder interessant maar het is bij het opzetten
van een nieuw initiatief wel belangrijk om ook dit mee te nemen. ook
is het verboden voedsel als zijnde gezond te presenteren terwijl men
redelijkerwijs kan vermoeden dat dit niet het geval is.
Wanneer
voedsel verhandeld wordt zoals in een pop-up store is het verplicht om
het bij de juiste instanties te melden wanneer er iets niet in orde is
met de voedselveiligheid. Indien de warenwet overtreden wordt kunnen
alle waren, waaronder levensmiddelen maar ook zaken zoals tabak in
beslag genomen worden. In de Warenwetregeling taakverdeling
toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen geregeld wie er
verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze wet. Zoals eerder
genoemd is op het gebied van voedsel de NVWA en op het gebied van zuivel
de stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de
Zuivel.Bedrijven dienen ook duidelijk aan te geven waar voedsel vandaan
komt.
Naast
algemene veiligheidsnormen is ook de hygiëne belangrijk wanneer men met
voedsel werkt. De regels omtrent hygiëne zijn opgenomen in het
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. Ook dit besluit is op een
aantal Europese richtlijnen en verordeningen gebaseerd. De regels
omtrent hygiëne zijn vastgelegd in de hygiënecode en deze is goedgekeurd
door de minister. Ook bij het vervoer van voedsel dient er rekening
gehouden te worden met de hygiëne. Bij vervoer mag er geen gevaar voor
organisme optreden, noch voor hun gezondheid. Dit is allemaal nader
gespecificeerd in specifieke hygiënecodes.
Voedsel- en warenautoriteit
De
controle op voedsel wordt voornamelijk uitgevoerd door de voedsel- en
warenautoriteit. Ze gaan niet over de verspilling van voedsel maar ook
bij het werken met reststromen van voedsel is de warenwet van belang. De
kans dat men dan met de voedsel- en warenautoriteit te maken krijgt is
relatief groot. De instantie is ontstaan uit een fusie tussen de
keuringsdienst van waren, de Plantenziektekundige dienst en de algemene
inspectiedienst. Deze instantie houdt zich bezig met de
voedselveiligheid en de veiligheid van andere consumptiemiddelen maar
ook met het handhaven van natuurwetgeving, dierenwelzijn en de
gezondheid van plant en dier
Wanneer er een product ontwikkeld wordt waarbij vlees,
vis, ei of zuivel tot stand gebracht wordt dient dit product dan ook
goedgekeurd te zijn door de voedsel- en warenautoriteit.
Houdbaarheidsdatum
Op
producten te koop voor de reguliere consument staan twee soorten
houdbaarheidsdatums, namelijk ten minste houdbaar tot (THT) en te
gebruiken tot (TGT). Deze twee datums hebben een cruciaal verschil,
namelijk dat tenminste houdbaar tot de datum is die als garantie dient
in de zin van tot deze datum is de substantie eetbaar en wijzigt de
structuur niet. Bij te gebruiken tot is dit echt de laatste datum waarop
de voedselveiligheid gegarandeerd kan worden. Dit alles is geregeld
binnen het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen dat in 1991
inging. Dit besluit is opgesteld om de Europese richtlijnen binnen de
Nederlandse wet te implementeren. Maar het besluit richt zich niet enkel
op de producten in de winkel maar ook op bijvoorbeeld restaurants.
De termen tenminste houdbaar tot en te gebruiken tot zijn letterlijk
overgenomen uit dit warenbesluit. Dit besluit stelt ook dat wanneer er
specifieke bewaaromstandigheden zijn voor het product deze duidelijk op
de verpakking vermeld dienen te worden. De dag dient in twee cijfers
aangeduid te worden, de maand dient of met twee cijfers aangegeven te
worden of voluit geschreven te worden. Bij de jaar aanduiding volstaan
de laatste twee cijfers maar het jaar mag ook voluit geschreven worden.
Bij producten die langer houdbaar zijn gelden weer andere richtlijnen.
Een
aantal producten is uitgezonderd van de tenminste houdbaar tot
aanduiding. Namelijk verse groente, fruit en zaden tenzij deze verwerkt
zijn, wijnen en likeuren, alcoholische dranken met een alcoholpercentage
van meer dan 10%, kannen vruchtensap van meer dan 5 liter bedoeld voor
de levering aan instellingen en verse brood- en bakproducten. Daarnaast
zijn ook azijn, keukenzout, suikers, kauwgum en afzonderlijk verpakte
porties ijs. De te gebruiken tot datum is enkel van toepassing op snel
bederfelijke waren die vanuit microbiologisch oogpunt een gevaar voor de
gezondheid kunnen vormen indien deze na de uiterste datum genuttigd
worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten