Voedsel en de veiligheid van voedsel zijn een belangrijk thema binnen
de wereld. Ook het tegengaan van voedselverspilling dient veilig te
gebeuren. Zeker wanneer r met restproducten gewerkt wordt. In Nederland
wordt de voedselveiligheid geregeld via de warenwet, de bevoegde
instantie is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit of afgekort de
NVWA. Kort samengevat vermeld warenwet dat de gezondheid en veiligheid
van de consument niet in gevaar mag komen.
De wet
spreekt niet zich enkel uit over voedsel maar ook over andere waren
zoals Tabak. Ook is er vanuit Brussel een Europese verordening opgelegd,
in het kort de algemene levensmiddelenverordening (nr. 178/2002). Deze
verordening bevat richtlijnen omtrent de voedselveiligheid in heel
Europa en deze richtlijn is ook in Nederland geïmplementeerd binnen de
warenwet.
Warenwet
Binnen
de warenwet zijn diverse Europese richtlijnen en verordeningen
geïmplementeerd. De wet zelf is al vanaf 1935 van kracht en alle waren
en levensmiddelen vallen onder deze wet. Reguliere huishoudens zijn niet
onderhevig aan de warenwet maar indien men een afhaalservice vanuit
huis opzet is een dergelijk huishouden wel onderhevig aan deze wet. De
wet is geldig binnen de gehele exclusieve economische zone. Indien
waren, inclusief levensmiddelen verhandeld worden is het verboden om
voor te doen komen dat deze ziekte kunnen genezen of als medicijn dienst
kunnen doen. Een aandachtspunt hierbij zijn nieuwere rages zoals
superfood. Superfood is voedsel dat supergezond zou zijn en waarvan
bepaalde pseudowetenschappers beweren dat het een extra gunstig effect
heeft op de gezondheid van de mens. Voor de verspilling van voedsel is
deze ontwikkeling echter minder interessant maar het is bij het opzetten
van een nieuw initiatief wel belangrijk om ook dit mee te nemen. ook
is het verboden voedsel als zijnde gezond te presenteren terwijl men
redelijkerwijs kan vermoeden dat dit niet het geval is.
Wanneer
voedsel verhandeld wordt zoals in een pop-up store is het verplicht om
het bij de juiste instanties te melden wanneer er iets niet in orde is
met de voedselveiligheid. Indien de warenwet overtreden wordt kunnen
alle waren, waaronder levensmiddelen maar ook zaken zoals tabak in
beslag genomen worden. In de Warenwetregeling taakverdeling
toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen geregeld wie er
verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze wet. Zoals eerder
genoemd is op het gebied van voedsel de NVWA en op het gebied van zuivel
de stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de
Zuivel.Bedrijven dienen ook duidelijk aan te geven waar voedsel vandaan
komt.
Naast
algemene veiligheidsnormen is ook de hygiëne belangrijk wanneer men met
voedsel werkt. De regels omtrent hygiëne zijn opgenomen in het
Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. Ook dit besluit is op een
aantal Europese richtlijnen en verordeningen gebaseerd. De regels
omtrent hygiëne zijn vastgelegd in de hygiënecode en deze is goedgekeurd
door de minister. Ook bij het vervoer van voedsel dient er rekening
gehouden te worden met de hygiëne. Bij vervoer mag er geen gevaar voor
organisme optreden, noch voor hun gezondheid. Dit is allemaal nader
gespecificeerd in specifieke hygiënecodes.
Voedsel- en warenautoriteit
De
controle op voedsel wordt voornamelijk uitgevoerd door de voedsel- en
warenautoriteit. Ze gaan niet over de verspilling van voedsel maar ook
bij het werken met reststromen van voedsel is de warenwet van belang. De
kans dat men dan met de voedsel- en warenautoriteit te maken krijgt is
relatief groot. De instantie is ontstaan uit een fusie tussen de
keuringsdienst van waren, de Plantenziektekundige dienst en de algemene
inspectiedienst. Deze instantie houdt zich bezig met de
voedselveiligheid en de veiligheid van andere consumptiemiddelen maar
ook met het handhaven van natuurwetgeving, dierenwelzijn en de
gezondheid van plant en dier
Wanneer er een product ontwikkeld wordt waarbij vlees,
vis, ei of zuivel tot stand gebracht wordt dient dit product dan ook
goedgekeurd te zijn door de voedsel- en warenautoriteit.
Houdbaarheidsdatum
Op
producten te koop voor de reguliere consument staan twee soorten
houdbaarheidsdatums, namelijk ten minste houdbaar tot (THT) en te
gebruiken tot (TGT). Deze twee datums hebben een cruciaal verschil,
namelijk dat tenminste houdbaar tot de datum is die als garantie dient
in de zin van tot deze datum is de substantie eetbaar en wijzigt de
structuur niet. Bij te gebruiken tot is dit echt de laatste datum waarop
de voedselveiligheid gegarandeerd kan worden. Dit alles is geregeld
binnen het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen dat in 1991
inging. Dit besluit is opgesteld om de Europese richtlijnen binnen de
Nederlandse wet te implementeren. Maar het besluit richt zich niet enkel
op de producten in de winkel maar ook op bijvoorbeeld restaurants.
De termen tenminste houdbaar tot en te gebruiken tot zijn letterlijk
overgenomen uit dit warenbesluit. Dit besluit stelt ook dat wanneer er
specifieke bewaaromstandigheden zijn voor het product deze duidelijk op
de verpakking vermeld dienen te worden. De dag dient in twee cijfers
aangeduid te worden, de maand dient of met twee cijfers aangegeven te
worden of voluit geschreven te worden. Bij de jaar aanduiding volstaan
de laatste twee cijfers maar het jaar mag ook voluit geschreven worden.
Bij producten die langer houdbaar zijn gelden weer andere richtlijnen.
Een
aantal producten is uitgezonderd van de tenminste houdbaar tot
aanduiding. Namelijk verse groente, fruit en zaden tenzij deze verwerkt
zijn, wijnen en likeuren, alcoholische dranken met een alcoholpercentage
van meer dan 10%, kannen vruchtensap van meer dan 5 liter bedoeld voor
de levering aan instellingen en verse brood- en bakproducten. Daarnaast
zijn ook azijn, keukenzout, suikers, kauwgum en afzonderlijk verpakte
porties ijs. De te gebruiken tot datum is enkel van toepassing op snel
bederfelijke waren die vanuit microbiologisch oogpunt een gevaar voor de
gezondheid kunnen vormen indien deze na de uiterste datum genuttigd
worden.
Blog van vier studenten van Hogeschool Inholland Delft die de voortgang van hun project tegen voedselverspilling delen aan alle geïnteresseerden.
donderdag 23 oktober 2014
woensdag 22 oktober 2014
Literatuurstudie over de huidige maatregelen om voedselverspilling te verminderen
In dit hoofdstuk van de literatuurstudie wordt beschreven
welke maatregelen er al zijn genomen om voedselverspilling tegen te gaan. Er
zijn heel veel verschillende en kleine innovatie ideeën waargemaakt, daarom
wordt er vooral gekeken waar dit in de keten het meest gebeurd en waar er nog
ideeën nodig zijn. Er is een indeling gemaakt en over elk onderdeel worden de
belangrijkste maatregelen en ideeën beschreven. De onderdelen die besproken
worden zijn (met elk een voorbeeld van een product er achter):
·
Afgekeurde producten vanwege foute vorm (kromme
komkommers)
·
Producten bij consument omdat de
houdbaarheidsdatum is overschreden (pak melk)
·
Producten bij de consumenten vanwege teveel/te
grootte verpakking (verpakking vlees met drie stukjes vlees en maar twee nodig)
·
Horeca (te grootte porties)
In de schappen in de supermarkten zien de groentes er
altijd mooi en bijna hetzelfde uit. Helaas is er veel voor nodig om dit te
realiseren. Er zijn veel groentes die niet aan dit ‘schoonheidsideaal’ voldoen
en niet in de schappen terecht komen. Ongeveer 10% van al de groentes worden
niet gebruikt als voedsel voor de consument omdat zij dus niet mooi genoeg zijn
(Over ons, 2014).
In Nederland zijn er verschillende innovaties gaande om
de groentes die niet in de winkel terecht komen toch te gebruiken voor de
consument.
Een bekend voorbeeld hiervan is ‘Kromkommer’, deze
organisatie zet zich in om de niet mooie groente, maar ook de overschotten te
gebruiken en deze alsnog bij de consument te brengen. Momenteel worden de
groentes verwerkt in soepen die in veel plekken in Nederland worden verkocht.
Daarnaast is ‘Kromkommer’ het gesprek met supermarkten aan het voeren om de
minder mooie producten gewoon in de supermarkt te krijgen (Activiteiten, 2014).
Een ander initiatief is ‘Damn Food Waste’, dit is een
samenwerking tussen ‘FoodGuerrilla’, het Voedingscentrum, Wageningen UR, Youth
Food Movement, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Feeding the 5000/EU
Fusions. ‘Damn Food Waste’ organiseert diners, lunches en houden ludieke acties
om mensen bewust te maken van de voedselverspilling. Al het eten dat zij
gebruiken zou eigenlijk in de vuilnisbak verdwijnen. Zij halen hun voedsel van
boeren, supermarkten, horeca en tussenleveranciers (FAQ, 2014).
Zoals terug te lezen is zijn deze maatregelen gericht op
klasse-B producten en is het doel om deze alsnog bij de consument te brengen.
Het is wettelijk verplicht om een houdbaarheidsdatum op
een product te zetten vanwege voedselveiligheid. Uit onderzoek is alleen
gebleken dat producten vaak veel langer goed zijn dan dat de datum doet
vermoeden. De verspilling vanwege de houdbaarheidsdatum komt met name omdat
veel mensen het verschil tussen ten minste houdbaar tot en te gebruiken tot
niet weten. Wat resulteert in het feit dat veel mensen producten weggooien die
gewoon nog goed te eten zijn. Het verschil in de datum is dat bij te gebruiken
tot (t.g.t.) de voedselveiligheid in gevaar kan komen als de datum is
overschreden. Bij ten minste houdbaar tot (t.h.t.) is dit niet het geval.
Alleen de smaak of structuur zou kunnen veranderen (Voedingscentrum, 2014).
Om te zorgen dat minder mensen producten te snel
weggooien en producten langer te kunnen bewaren zijn er verschillende mogelijkheden
om dit probleem aan te pakken.
Momenteel zijn er veel productfabrikanten bezig met het
duurzaam maken van verpakkingen. Voorbeeld hiervan is Arla met pakken kwart
yoghurt die een handige vouw hebben waardoor ze gemakkelijk zijn leeg te maken
en er minder verspilling op treedt (Arla, sd).
Een ander idee is de ‘eat me’ sticker op mango’s of
avocado. Dankzij zo’n sticker weten consumenten meteen dat dit product klaar is
voor consumptie en kunnen ze deze meteen gebruiken zodat dat zij thuis nog het
fruit moeten laten uit rijpen. Hierdoor kan de consument meteen gebruiken wat
zij nodig heeft en blijft er geen vergeten mango of avocado in de fruitschaal
liggen (Nature's Pride, 2014).
Het grootste probleem is om verse producten langer te
kunnen gebruiken. Deze producten zijn vaak binnen een paar dagen al niet mooi
meer of kunnen gaan rotten. Om dit tegen te gaan heeft verpakkingsfabrikant
Sirane een zak ontwikkeld waarin groeten en fruit enkele dagen langer vers
blijven. Kolen tot wel twee dagen en broccoli tot wel vijf dagen. Door de
speciale zak blijft de atmosfeer ideaal voor de producten en blijven smaak en
textuur behouden (Sirane, sd).
Een groot probleem dat zich met name voordoet in kleine
huishoudens zijn de grote porties die men moet aanschaffen van bijvoorbeeld
vlees, uien en aardappelen. Dit zorgt ervoor dat men meer koopt dan men in
eerste instantie van plan is om te gebruiken. Vaak wordt de overgebleven
hoeveelheid niet meer of niet meer op tijd geconsumeerd en beland dit in de
vuilnisbak (Nosop3, 2014).
Om het probleem van de te grootte hoeveelheden, maar ook
van de onnodige verpakking tegen te gaan is er het concept van de
verpakkingsvrije winkel. In deze winkels moet de klant zelf de verpakking,
zoals een doosje of flesje, zelf meenemen. Op deze manier kan de klant de
hoeveelheid zelf bepalen waardoor er veel minder verspilt wordt. Ook wordt er
minder verpakkingsmateriaal gebruikt wat weer zorgt voor een mindere belasting
van het milieu (Nosop3, 2014).
De horeca is verantwoordelijk voor een groot deel van de
voedselverspilling. Samen met de supermarkten, producenten en tussenhandelaren
zijn zij verantwoordelijk voor 2,5 miljard euro aan voedsel (Voedselverspilling, 2014).
Natuur & Milieu hebben onderzocht dat 88% van de
mensen nooit overgebleven eten mee naar huis neemt. 55% doet dit niet vanwege
schaamte en 53% omdat zij niet weten dat dit mogelijk. Dit is opmerkelijk
aangezien 78% van de mensen het wel vervelend vindt dat er zo veel wordt
weggegooid. Daarom is Natuur & Milieu met het idee van de Doggy Bag aan de
slag gegaan, Uit het onderzoek dat zij hebben uitgevoerd blijkt dat 62% van de
mensen graag het eten mee naar huis wil nemen. De Doggy Bag moet dus in
Nederland ook wel aanslaan. Natuur & Milieu biedt proefpakketten aan voor
restaurants om te bepalen of dit werkt op niet (Uitleg Actie, 2014).
dinsdag 21 oktober 2014
Huidig consumentengedrag en voedselverspilling
Voedselverspilling tegengaan
bij de consument is nodig om verschillende redenen. Ten eerste wordt verwacht dat de wereldbevolking in 2043
de 9 miljard zal bereiken. Wereldwijd zal meer voedsel nodig zijn. Ook de
stijgende welvaart in de BRIC landen zal de vraag naar voedsel doen veranderen. De wereld
zal zo efficiënt mogelijk om moeten gaan met grondstoffen, ofwel
voedselverspilling tegengaan (ING, 2012) . Het stuk over de
huidige voedselverspilling laat ons zien dat er onder de consumenten veel
verspild wordt. Wat is nu eigenlijk de oorzaak hiervan? Te weinig kennis, het aanbod
van producten of de invloed van de industrie? In dit stuk wordt ingezoomd op
het huidige gedrag van de consument tegenover voedselverspilling.
We kunnen de gebruikers
van levensmiddelen in twee groepen opdelen, de consumenten en de burgers. In
het voorgaande stuk over voedselverspilling bij de consument werd duidelijk dat er onderscheid
te maken is tussen aankoopgedrag en gebruiksgedrag. De consument roept in het algemeen alles te
willen doen tegen voedselverspilling, terwijl de burger ander aankoopgedrag
laat zien. In een artikel van de Volkskrant werd geschreven dat de consument
met zijn rechterhand een enquête invult over scharrelvlees en met zijn
linkerhand een kiloknaller in de kar doet. De prijs is van grote invloed bij
het doen van aankopen. De burger kiest graag voor milieubewust en dierenwelzijn,
de consument daarentegen kiest voor goedkoop, gemak en lekker. Ook zijn in verschillende
studies vergelijkingen gemaakt met wat de consument roept en de feitelijke
marktvraag of marktaandelen. Daarin komen de percentages niet met elkaar
overeen. De verschillen in wat mensen uit onderzoeksdata in principe belangrijk
vinden en wat ze uit marktcijfers in praktijk doen, geeft aan dat er verschil
is in houding en gedrag (H. Dagevos) .
Verschillende onderzoeken
laten daarentegen wel zien dat de wil er is om voedselverspilling tegen te
gaan. Uit een onderzoek van Natuur & Milieu blijkt dat 80% van de
Nederlanders die uit eten gaan geen overgebleven voedsel mee naar huis nemen. Daarin
spelen schaamte en onbekendheid met de doggy bad een grote rol. Tegelijkertijd wil
78% van deze groep niet dat er zo veel voedselverspilling zou moeten zijn. 62%
zou wel graag eten mee naar huis nemen als dit wordt aangeboden om dit de
volgende dag te kunnen eten. De consument en burger wil met behulp van een
doggy bag in de horeca graag participeren om voedselverspilling te verminderen (Natuur&Milieu,
2014) .
Toch zijn er genoeg
andere factoren die niet moeten worden vergeten naast gedrag. Wanneer er een
daling is in verspilling zal de consument minder inkopen als voorheen. Hierdoor
ontstaat een nieuw evenwicht in de hoeveelheid die wordt verhandeld en een
lagere prijs. Dit heeft twee voordelen voor de consument; een lagere prijs en
minder verspilling. De producent heeft er daarentegen geen voordeel in; de
verkopen zijn minder, waardoor de werkgelegenheid ook minder wordt. Tussen
voedselconsumenten en producenten, producten van verschillende sectoren vind
een herverdeling van winnaars en verliezers plaats. Uiteindelijk zullen beleidsmakers
keuzes moeten maken bij economische aspecten en niet-economische aspecten zoals
klimaat en gezondheid wanneer deze herverdeling plaats zal vinden (LEI
Wageningen UR, 2014) . Het is belangrijk om de burger en de
consument bij elkaar te brengen. Daarbij is het goed in gedachten te houden hoe
realistisch het is om de gebruikers van levensmiddelen te ontzeggen van idealen
en verantwoordelijkheidsbesef om maatschappelijk verantwoord te consumeren. Het
blijft lastig aan te scherpen op wat de markt verstaat onder
dierenwelzijn,biologisch en milieubewust en in hoeverre gebruikers hierin
verplicht kunnen worden (H. Dagevos) .
Damn Food Restaurant Eindhoven
Vandaag hebben wij gelunched in het Damn Food Restaurant in Eindhoven. Dit wordt georganiseerd door Damn Food Waste, DuurzaamDoor en vele andere partijen. Na de lunch hebben wij ideeën uitgewisseld met de andere aanwezigen om samen voedselverspilling tegen te gaan. Andere aanwezigen waren retailers van supermarkten maar ook mensen die werkzaam zijn in de verpakkingsindustrie, overheid, onderzoek en onderwijs.
Een erg leerzame middag die ons zeker heeft geholpen bij het verbreden van onze kennis over voedselverspilling, wat er al aan gedaan wordt om het tegen te gaan en ook wat onze rol daarin is!
Een erg leerzame middag die ons zeker heeft geholpen bij het verbreden van onze kennis over voedselverspilling, wat er al aan gedaan wordt om het tegen te gaan en ook wat onze rol daarin is!
maandag 20 oktober 2014
Literatuurstudie Voedselverspilling
Het onderstaande gedeelte van onze literatuurstudie gaat over voedselverspilling in Nederland en bevat allerlei feiten. Wij hopen iedereen op deze manier aan het denken te zetten en op te letten hoeveel er op een dag eigenlijk wordt weggegooid!
Voedselverspilling wereldwijd bedraagt 1,3 miljard ton voedsel per jaar.
De verspilling door consumenten bedraagt 64 kg per persoon per jaar.
Verspilling in voedselketen bedraagt 290 kg per persoon per jaar.
Dit zijn schokkende cijfers, daarom wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de cijfers van voedselverspilling binnen Nederland. Ook wordt er uitgelegd wat men onder voedselverspilling verstaat.
Definitie
Voedselverspilling is het onnodig weggooien van voedsel. Tegenwoordig wordt er zowel door de consument en het bedrijfsleven veel voedsel verspild. Voedselverspilling gebeurt overal waar voedsel is of waar voedsel geproduceerd wordt. Dit betekent dat er voedsel wordt weggegooid terwijl het nog te gebruiken is. Een deel hiervan bestaat uit onvermijdbaar afval, zoals botten van dieren en verpakkingen. Er blijft echter wel nog een groot deel over dat wel gebruikt kan worden. Nederland kan veel doen aan deze voedselverspilling, hier moet de consument dan ook aan mee werken (voedingscentrum).
Feiten over voedselverspilling
Uit onderzoek blijkt dat er 64 kilogram voedsel per jaar per inwoner wordt verspild. Hiervan is 83 % restafval wat de consument weg gooit, de rest is GFT-afval. Van de 64 kilogram dat verspild wordt is er een onderscheid tussen vermijdbaar en onvermijdbaar. Meer dan de helft (35 kilogram) is vermijdbaar, dit betekent dat het onnodig is geweest om het voedsel weg te gooien. Het gaat vooral om etensresten, en producten die niet meer gegeten kunnen worden vanwege datum overschrijding. Hiervan is 9 kilogram voedsel dat al bereid is (gebakken, gekookt enz.). Ongeveer 5 kilogram is onaangebroken weggegooid. Dit betekent dat het nog in de verpakking zat of ongeschild is weggegooid. Hier speelt de houdbaarheidsdatum ook een rol.
De rest van de 64 kilogram dat wordt weggegooid (29 kilogram) is onvermijdbaar. Dit zijn onder andere botten, schillen, koffieresten of andere oneetbare delen van producten.
Het marktonderzoeksbureau GFK heeft onderzoek gedaan naar de cijfers van voedselverspilling van consumenten. Deze cijfers zijn verkregen via consumenten enquêtes en onderzoeken van instanties (voedingscentrum , 2013).
De 5 meest verspilde producten (gelet op het aantal kilogrammen) binnen Nederland zijn:
1. Melk- en melkproducten
2. Brood
3. Groenten
4. Fruit
5. Olie, vetten en sauzen
Deze producten belanden het meest in de vuilnisbakken van de consumenten. Een aantal oorzaken hiervan zijn:
* Te veel producteninkopen
* Niet letten op THT en TGT
* Te veel voedsel bereiden
* Geen overzicht over de voorraad die al aanwezig is in het huis (rijksoverheid , 2013)
Vermijdbaar en onvermijdbaar
Zoals in 1.2 al is verteld is er een verschil tussen voedselverspilling in vermijdbaar en onvermijdbaar.
Er zijn een aantal producten die 100% vermijdbaar zijn. Dit betekent dat er onnodig voedsel wordt verspild door de consument. Hieronder verstaat men zuivel, gebak, koek, rijst, brood, pasta, soep, snacks, boterhambeleg, sauzen en vetten. Van deze producten zijn er geen resten die niet geconsumeerd kunnen worden. Er zou dus niks verspild van hoeven worden.
Er zijn ook een aantal producten die niet 100% vermijdbaar kunnen zijn. Dit heeft te maken met resten of schillen die niet geconsumeerd kunnen worden.
Bij eieren is 73% onvermijdbaar, dit komt door de eierschalen. De waskorst van kaas kan ook niet geconsumeerd worden dit is 31% onvermijdbaar voedselverlies.
Andere onvermijdbare producten zijn van groenten, fruit, aardappelen, vis en vlees. Deze producten hebben schillen, botten en andere onderdelen die niet te consumeren zijn (voedingscentrum , 2013).
Voedselverspilling wereldwijd bedraagt 1,3 miljard ton voedsel per jaar.
De verspilling door consumenten bedraagt 64 kg per persoon per jaar.
Verspilling in voedselketen bedraagt 290 kg per persoon per jaar.
Dit zijn schokkende cijfers, daarom wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de cijfers van voedselverspilling binnen Nederland. Ook wordt er uitgelegd wat men onder voedselverspilling verstaat.
Definitie
Voedselverspilling is het onnodig weggooien van voedsel. Tegenwoordig wordt er zowel door de consument en het bedrijfsleven veel voedsel verspild. Voedselverspilling gebeurt overal waar voedsel is of waar voedsel geproduceerd wordt. Dit betekent dat er voedsel wordt weggegooid terwijl het nog te gebruiken is. Een deel hiervan bestaat uit onvermijdbaar afval, zoals botten van dieren en verpakkingen. Er blijft echter wel nog een groot deel over dat wel gebruikt kan worden. Nederland kan veel doen aan deze voedselverspilling, hier moet de consument dan ook aan mee werken (voedingscentrum).
Feiten over voedselverspilling
Uit onderzoek blijkt dat er 64 kilogram voedsel per jaar per inwoner wordt verspild. Hiervan is 83 % restafval wat de consument weg gooit, de rest is GFT-afval. Van de 64 kilogram dat verspild wordt is er een onderscheid tussen vermijdbaar en onvermijdbaar. Meer dan de helft (35 kilogram) is vermijdbaar, dit betekent dat het onnodig is geweest om het voedsel weg te gooien. Het gaat vooral om etensresten, en producten die niet meer gegeten kunnen worden vanwege datum overschrijding. Hiervan is 9 kilogram voedsel dat al bereid is (gebakken, gekookt enz.). Ongeveer 5 kilogram is onaangebroken weggegooid. Dit betekent dat het nog in de verpakking zat of ongeschild is weggegooid. Hier speelt de houdbaarheidsdatum ook een rol.
De rest van de 64 kilogram dat wordt weggegooid (29 kilogram) is onvermijdbaar. Dit zijn onder andere botten, schillen, koffieresten of andere oneetbare delen van producten.
Het marktonderzoeksbureau GFK heeft onderzoek gedaan naar de cijfers van voedselverspilling van consumenten. Deze cijfers zijn verkregen via consumenten enquêtes en onderzoeken van instanties (voedingscentrum , 2013).
De 5 meest verspilde producten (gelet op het aantal kilogrammen) binnen Nederland zijn:
1. Melk- en melkproducten
2. Brood
3. Groenten
4. Fruit
5. Olie, vetten en sauzen
Deze producten belanden het meest in de vuilnisbakken van de consumenten. Een aantal oorzaken hiervan zijn:
* Te veel producteninkopen
* Niet letten op THT en TGT
* Te veel voedsel bereiden
* Geen overzicht over de voorraad die al aanwezig is in het huis (rijksoverheid , 2013)
Vermijdbaar en onvermijdbaar
Zoals in 1.2 al is verteld is er een verschil tussen voedselverspilling in vermijdbaar en onvermijdbaar.
Er zijn een aantal producten die 100% vermijdbaar zijn. Dit betekent dat er onnodig voedsel wordt verspild door de consument. Hieronder verstaat men zuivel, gebak, koek, rijst, brood, pasta, soep, snacks, boterhambeleg, sauzen en vetten. Van deze producten zijn er geen resten die niet geconsumeerd kunnen worden. Er zou dus niks verspild van hoeven worden.
Er zijn ook een aantal producten die niet 100% vermijdbaar kunnen zijn. Dit heeft te maken met resten of schillen die niet geconsumeerd kunnen worden.
Bij eieren is 73% onvermijdbaar, dit komt door de eierschalen. De waskorst van kaas kan ook niet geconsumeerd worden dit is 31% onvermijdbaar voedselverlies.
Andere onvermijdbare producten zijn van groenten, fruit, aardappelen, vis en vlees. Deze producten hebben schillen, botten en andere onderdelen die niet te consumeren zijn (voedingscentrum , 2013).
donderdag 16 oktober 2014
Literatuurstudie over consumentengedrag
Voor het onderzoek naar voedselverspilling zijn wij momenteel, naast de Green Cubes, bezig met een literatuuronderzoek. Dit is uiteraard een interessante bezigheid omdat dit veel antwoorden geeft op de vragen die wij als studenten hebben omtrent dit onderwerp. Omdat dit zo interessant is willen wij dit ook met jullie delen. Het eerste gedeelte van het onderzoek naar consumentengedrag staat hieronder weergegeven. Er volgt hierover nog meer en ook nog literatuuronderzoek naar onder andere de wet- en regelgeving omtrent voedsel en wat voor innovatieve ideeën er nu al worden uitgevoerd in Nederland om voedselverspilling te verminderen.
Ons voedselgedrag verandert continue doordat verschillende trends opspelen. Zichtbaar wordt dit in de voorkeur voor voedsel en de bereiding van voedsel. Ook is wat en hoe er gegeten wordt sterk cultureel bepaald. Nederland is daarnaast een land dat veel verdiend aan voedsel en heeft zich gezien ontwikkelingen in de economie en technologie sterk ontwikkeld. De trends die van invloed zijn op het consumentengedrag zijn in een bepaalde volgorde te plaatsen. Het is een soort trechter dat verschilt per land en cultuur en in verschillende snelheden verandert. Allereerst zijn er maatschappelijke trends zoals; meer eenpersoonshuishoudens of meer verschillende etnische groepen, vervolgens zijn er trends op waardenniveau zoals; gezondheid of aandacht voor goede doelen, deze trends op waardenniveau leiden tot foodtrends zoals; regionale producten of gemaksvoedsel en uiteindelijk volgen producttrends zoals; kleine porties of kokosnootwater (Food Nutrition, 2014).
Naast de invloed van trends vindt er bij de aankoop van een product verschillend gedrag van een consument plaats. Een belangrijk onderdeel van het aankoopgedrag is de moeite die een consument steekt in het aankopen van een product. Daarnaast is het belangrijk te weten hoe de consument omgaat met het product. Dit wordt ook wel het gebruiksgedrag genoemd. Hierbij draait het om waarvoor, wanneer en hoe een product door de consument gebruikt wordt. Ook het communicatiegedrag geeft informatie weer over het consumentengedrag. Hierbij wordt duidelijk hoe de consument omgaat met de informatie over een product, waar hij het vandaan heeft gehaald en welke waarde hij er aan hecht. Een belangrijk onderdeel is ook het afdankgedrag dat na de aankoop plaatsvindt. Dit is een belangrijke factor om tijdens de ontwikkeling van een idee in het achterhoofd te houden, omdat het maatschappelijk gezien een steeds belangrijke factor wordt tijdens een aankoop. Bij een aankoop kunnen producten in drie categorieën worden onderscheiden. De eerste is convenience goods, een categorie waarvoor de consument niet veel moeite wilt doen. Voor shopping goods wil de consument wel moeite doen door het product eerst te zien en te vergelijken, maar hier ligt de aankoopfrequentie lager dan bij convenience goods. De derde categorie zijn specialty goods. Dit zijn producten waarvoor de consument veel moeite voor doet om tot het aankoopgedrag over te gaan. Hierbij draait het vaak om een wat grotere uitgave (Anonymous, 2013).
Tijdens het onderzoeken van de reacties van consumenten zijn drie verschillende reacties te onderscheiden. Deze reacties zijn gebaseerd op affectie (gevoel), cognitie (denken) en conatie (gedrag). Deze reacties worden weer beïnvloed door drie variabelen. De persoongerelateerde variabele heeft te maken met het gedrag van een specifiek persoon, de situationele variabele heeft te maken met de reactie welke iemand vertoont in een bepaalde omgeving en de persoongerelateerde variabele gekruist met de situationele variabele is een combinatie waarbij de variabelen elkaar beïnvloeden (Anonymous, Het consumentengedrag, 2013).
Ons voedselgedrag verandert continue doordat verschillende trends opspelen. Zichtbaar wordt dit in de voorkeur voor voedsel en de bereiding van voedsel. Ook is wat en hoe er gegeten wordt sterk cultureel bepaald. Nederland is daarnaast een land dat veel verdiend aan voedsel en heeft zich gezien ontwikkelingen in de economie en technologie sterk ontwikkeld. De trends die van invloed zijn op het consumentengedrag zijn in een bepaalde volgorde te plaatsen. Het is een soort trechter dat verschilt per land en cultuur en in verschillende snelheden verandert. Allereerst zijn er maatschappelijke trends zoals; meer eenpersoonshuishoudens of meer verschillende etnische groepen, vervolgens zijn er trends op waardenniveau zoals; gezondheid of aandacht voor goede doelen, deze trends op waardenniveau leiden tot foodtrends zoals; regionale producten of gemaksvoedsel en uiteindelijk volgen producttrends zoals; kleine porties of kokosnootwater (Food Nutrition, 2014).
Naast de invloed van trends vindt er bij de aankoop van een product verschillend gedrag van een consument plaats. Een belangrijk onderdeel van het aankoopgedrag is de moeite die een consument steekt in het aankopen van een product. Daarnaast is het belangrijk te weten hoe de consument omgaat met het product. Dit wordt ook wel het gebruiksgedrag genoemd. Hierbij draait het om waarvoor, wanneer en hoe een product door de consument gebruikt wordt. Ook het communicatiegedrag geeft informatie weer over het consumentengedrag. Hierbij wordt duidelijk hoe de consument omgaat met de informatie over een product, waar hij het vandaan heeft gehaald en welke waarde hij er aan hecht. Een belangrijk onderdeel is ook het afdankgedrag dat na de aankoop plaatsvindt. Dit is een belangrijke factor om tijdens de ontwikkeling van een idee in het achterhoofd te houden, omdat het maatschappelijk gezien een steeds belangrijke factor wordt tijdens een aankoop. Bij een aankoop kunnen producten in drie categorieën worden onderscheiden. De eerste is convenience goods, een categorie waarvoor de consument niet veel moeite wilt doen. Voor shopping goods wil de consument wel moeite doen door het product eerst te zien en te vergelijken, maar hier ligt de aankoopfrequentie lager dan bij convenience goods. De derde categorie zijn specialty goods. Dit zijn producten waarvoor de consument veel moeite voor doet om tot het aankoopgedrag over te gaan. Hierbij draait het vaak om een wat grotere uitgave (Anonymous, 2013).
Tijdens het onderzoeken van de reacties van consumenten zijn drie verschillende reacties te onderscheiden. Deze reacties zijn gebaseerd op affectie (gevoel), cognitie (denken) en conatie (gedrag). Deze reacties worden weer beïnvloed door drie variabelen. De persoongerelateerde variabele heeft te maken met het gedrag van een specifiek persoon, de situationele variabele heeft te maken met de reactie welke iemand vertoont in een bepaalde omgeving en de persoongerelateerde variabele gekruist met de situationele variabele is een combinatie waarbij de variabelen elkaar beïnvloeden (Anonymous, Het consumentengedrag, 2013).
woensdag 15 oktober 2014
Wereldvoedseldag en Green Cubes
Vanaf vandaag zijn door Inholland Delft 10 Green Cubes te vinden die gevuld zijn met aspecten rondom voedselverspilling. Deze kubussen staan hier vanwege het feit dat het donderdag 16 oktober Wereldvoedseldag is, de kubussen zijn te zien tot 1 november. Bij elke kubus staat een grote poster met uitleg over de inhoud van de kubus. Als belangrijkste stuk van de tentoonstelling staat er in de kantine van Inholland een beeldscherm waar een film wordt vertoond. Deze film bevat de interviews die zijn gehouden met consumenten op straat.
De Green Cubes zijn bedoeld om de studenten bewust te maken van de verschillende soorten voedselverspilling. De studenten worden gevraagd om na het bekijken van de film een korte enquête in te vullen met de vraag of zij zelf een innovatief idee hebben om voedselverspilling tegen te gaan.
Deze Green Cube is gevuld met producten die over de houdbaarheidsdatum zijn. De vraag voor de studenten is of zij deze producten nog zouden eten.
Deze Green Cube is gevuld met een netje uien. Veel voedselverspilling vindt plaats bij kleine huishoudens omdat zij vaak te grote porties van iets moeten kopen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij uien of verpakkingen met twee stukjes vlees.
Deze Green Cube is gevuld met fruit. Dit fruit rot langzaam weg en zo ontstaat er biogas. Deze Cube laat zien hoe het rottingsproces van fruit verloopt.
De Green Cubes zijn bedoeld om de studenten bewust te maken van de verschillende soorten voedselverspilling. De studenten worden gevraagd om na het bekijken van de film een korte enquête in te vullen met de vraag of zij zelf een innovatief idee hebben om voedselverspilling tegen te gaan.
Deze Green Cube is gevuld met een netje uien. Veel voedselverspilling vindt plaats bij kleine huishoudens omdat zij vaak te grote porties van iets moeten kopen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij uien of verpakkingen met twee stukjes vlees.
Deze Green Cube is gevuld met fruit. Dit fruit rot langzaam weg en zo ontstaat er biogas. Deze Cube laat zien hoe het rottingsproces van fruit verloopt.
vrijdag 10 oktober 2014
Green Cubes door heel Inholland Delft
Donderdag 16 oktober is het Wereldvoedseldag. Om deze reden, en omdat het een belangrijk onderwerp is, staan er vanaf dinsdag 14 oktober allerlei Green Cubes door Hogeschool Inholland Delft. Deze cubes zijn gevuld met vraagstukken over voedselverspilling. Het moet mensen aan het denken zetten over hun eigen gedrag. Als belangrijkste onderdeel is er een cube waar een filmpje wordt afgespeeld. Dit filmpje is opgenomen in Delft en laat zien hoe consumenten denken over voedselverspilling. Deze komt uiteraard ook op onze blog te staan! De cubes zijn te zien tot en met zaterdag 1 november, de open dag van Hogeschool Inholland Delft.
dinsdag 7 oktober 2014
Wij zijn vanaf nu ook te volgen via Twitter! Daar houden wij iedereen op de hoogte van wat wij allemaal doen en ook wanneer er weer iets nieuws op de blog staat! Allemaal volgen dus om zo up to date mogelijk te blijven over de ontwikkeling omtrent de voedselverspilling in Nederland!
Twitter.com/greenfoodcubes
Twitter.com/greenfoodcubes
woensdag 1 oktober 2014
Introductie
Welkom op onze site! Wij zijn vier studenten van
Hogeschool Inholland Delft en doen een project waarbij wij een oplossing zoeken
voor de voedselverspilling. De groep studenten bestaat uit studenten van
verschillende opleidingen, namelijk Food Commerce and Technology, Landscape and
Environment Management en Dier- en Veehouderij. Door deze verschillende afkomst
hebben wij allemaal onze eigen expertise.
Het onderzoek doen wij in opdracht van het Ministerie van
Economische Zaken dat graag wil weten welke innovatieve ideeën er zijn om de
voedselverspilling in Nederland te verminderen. Voor dit onderzoek onderzoeken
wij verschillende voedselstromen en wat er nu al gedaan wordt tegen de
voedselverspilling.
Door middel van deze site willen wij jullie op de hoogte
houden van de vorderingen en wat wij allemaal hebben bedacht. Elke twee weken
doen wij een up date! Dus blijf ons volgen en werk mee om de verspilling van
voedsel tegen te gaan!
Abonneren op:
Posts (Atom)