dinsdag 21 oktober 2014

Huidig consumentengedrag en voedselverspilling


Voedselverspilling tegengaan bij de consument is nodig om verschillende redenen. Ten eerste  wordt verwacht dat de wereldbevolking in 2043 de 9 miljard zal bereiken. Wereldwijd zal meer voedsel nodig zijn. Ook de stijgende welvaart in de BRIC landen zal de vraag naar voedsel doen veranderen. De wereld zal zo efficiënt mogelijk om moeten gaan met grondstoffen, ofwel voedselverspilling tegengaan (ING, 2012). Het stuk over de huidige voedselverspilling laat ons zien dat er onder de consumenten veel verspild wordt. Wat is nu eigenlijk de oorzaak hiervan? Te weinig kennis, het aanbod van producten of de invloed van de industrie? In dit stuk wordt ingezoomd op het huidige gedrag van de consument tegenover voedselverspilling.
We kunnen de gebruikers van levensmiddelen in twee groepen opdelen, de consumenten en de burgers. In het voorgaande stuk over voedselverspilling bij de consument werd duidelijk dat er onderscheid te maken is tussen aankoopgedrag en gebruiksgedrag.  De consument roept in het algemeen alles te willen doen tegen voedselverspilling, terwijl de burger ander aankoopgedrag laat zien. In een artikel van de Volkskrant werd geschreven dat de consument met zijn rechterhand een enquête invult over scharrelvlees en met zijn linkerhand een kiloknaller in de kar doet. De prijs is van grote invloed bij het doen van aankopen. De burger kiest graag voor milieubewust en dierenwelzijn, de consument daarentegen kiest voor goedkoop, gemak en lekker. Ook zijn in verschillende studies vergelijkingen gemaakt met wat de consument roept en de feitelijke marktvraag of marktaandelen. Daarin komen de percentages niet met elkaar overeen. De verschillen in wat mensen uit onderzoeksdata in principe belangrijk vinden en wat ze uit marktcijfers in praktijk doen, geeft aan dat er verschil is in houding en gedrag (H. Dagevos).
Verschillende onderzoeken laten daarentegen wel zien dat de wil er is om voedselverspilling tegen te gaan. Uit een onderzoek van Natuur & Milieu blijkt dat 80% van de Nederlanders die uit eten gaan geen overgebleven voedsel mee naar huis nemen. Daarin spelen schaamte en onbekendheid met de doggy bad een grote rol. Tegelijkertijd wil 78% van deze groep niet dat er zo veel voedselverspilling zou moeten zijn. 62% zou wel graag eten mee naar huis nemen als dit wordt aangeboden om dit de volgende dag te kunnen eten. De consument en burger wil met behulp van een doggy bag in de horeca graag participeren om voedselverspilling te verminderen (Natuur&Milieu, 2014).
Toch zijn er genoeg andere factoren die niet moeten worden vergeten naast gedrag. Wanneer er een daling is in verspilling zal de consument minder inkopen als voorheen. Hierdoor ontstaat een nieuw evenwicht in de hoeveelheid die wordt verhandeld en een lagere prijs. Dit heeft twee voordelen voor de consument; een lagere prijs en minder verspilling. De producent heeft er daarentegen geen voordeel in; de verkopen zijn minder, waardoor de werkgelegenheid ook minder wordt. Tussen voedselconsumenten en producenten, producten van verschillende sectoren vind een herverdeling van winnaars en verliezers plaats. Uiteindelijk zullen beleidsmakers keuzes moeten maken bij economische aspecten en niet-economische aspecten zoals klimaat en gezondheid wanneer deze herverdeling plaats zal vinden (LEI Wageningen UR, 2014). Het is belangrijk om de burger en de consument bij elkaar te brengen. Daarbij is het goed in gedachten te houden hoe realistisch het is om de gebruikers van levensmiddelen te ontzeggen van idealen en verantwoordelijkheidsbesef om maatschappelijk verantwoord te consumeren. Het blijft lastig aan te scherpen op wat de markt verstaat onder dierenwelzijn,biologisch en milieubewust en in hoeverre gebruikers hierin verplicht kunnen worden (H. Dagevos).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten