Voedselverspilling tegengaan
bij de consument is nodig om verschillende redenen. Ten eerste wordt verwacht dat de wereldbevolking in 2043
de 9 miljard zal bereiken. Wereldwijd zal meer voedsel nodig zijn. Ook de
stijgende welvaart in de BRIC landen zal de vraag naar voedsel doen veranderen. De wereld
zal zo efficiënt mogelijk om moeten gaan met grondstoffen, ofwel
voedselverspilling tegengaan (ING, 2012) . Het stuk over de
huidige voedselverspilling laat ons zien dat er onder de consumenten veel
verspild wordt. Wat is nu eigenlijk de oorzaak hiervan? Te weinig kennis, het aanbod
van producten of de invloed van de industrie? In dit stuk wordt ingezoomd op
het huidige gedrag van de consument tegenover voedselverspilling.
We kunnen de gebruikers
van levensmiddelen in twee groepen opdelen, de consumenten en de burgers. In
het voorgaande stuk over voedselverspilling bij de consument werd duidelijk dat er onderscheid
te maken is tussen aankoopgedrag en gebruiksgedrag. De consument roept in het algemeen alles te
willen doen tegen voedselverspilling, terwijl de burger ander aankoopgedrag
laat zien. In een artikel van de Volkskrant werd geschreven dat de consument
met zijn rechterhand een enquête invult over scharrelvlees en met zijn
linkerhand een kiloknaller in de kar doet. De prijs is van grote invloed bij
het doen van aankopen. De burger kiest graag voor milieubewust en dierenwelzijn,
de consument daarentegen kiest voor goedkoop, gemak en lekker. Ook zijn in verschillende
studies vergelijkingen gemaakt met wat de consument roept en de feitelijke
marktvraag of marktaandelen. Daarin komen de percentages niet met elkaar
overeen. De verschillen in wat mensen uit onderzoeksdata in principe belangrijk
vinden en wat ze uit marktcijfers in praktijk doen, geeft aan dat er verschil
is in houding en gedrag (H. Dagevos) .
Verschillende onderzoeken
laten daarentegen wel zien dat de wil er is om voedselverspilling tegen te
gaan. Uit een onderzoek van Natuur & Milieu blijkt dat 80% van de
Nederlanders die uit eten gaan geen overgebleven voedsel mee naar huis nemen. Daarin
spelen schaamte en onbekendheid met de doggy bad een grote rol. Tegelijkertijd wil
78% van deze groep niet dat er zo veel voedselverspilling zou moeten zijn. 62%
zou wel graag eten mee naar huis nemen als dit wordt aangeboden om dit de
volgende dag te kunnen eten. De consument en burger wil met behulp van een
doggy bag in de horeca graag participeren om voedselverspilling te verminderen (Natuur&Milieu,
2014) .
Toch zijn er genoeg
andere factoren die niet moeten worden vergeten naast gedrag. Wanneer er een
daling is in verspilling zal de consument minder inkopen als voorheen. Hierdoor
ontstaat een nieuw evenwicht in de hoeveelheid die wordt verhandeld en een
lagere prijs. Dit heeft twee voordelen voor de consument; een lagere prijs en
minder verspilling. De producent heeft er daarentegen geen voordeel in; de
verkopen zijn minder, waardoor de werkgelegenheid ook minder wordt. Tussen
voedselconsumenten en producenten, producten van verschillende sectoren vind
een herverdeling van winnaars en verliezers plaats. Uiteindelijk zullen beleidsmakers
keuzes moeten maken bij economische aspecten en niet-economische aspecten zoals
klimaat en gezondheid wanneer deze herverdeling plaats zal vinden (LEI
Wageningen UR, 2014) . Het is belangrijk om de burger en de
consument bij elkaar te brengen. Daarbij is het goed in gedachten te houden hoe
realistisch het is om de gebruikers van levensmiddelen te ontzeggen van idealen
en verantwoordelijkheidsbesef om maatschappelijk verantwoord te consumeren. Het
blijft lastig aan te scherpen op wat de markt verstaat onder
dierenwelzijn,biologisch en milieubewust en in hoeverre gebruikers hierin
verplicht kunnen worden (H. Dagevos) .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten